De verteller van dit veranderverhaal
Henk Zielstra is voorzitter van het college van bestuur van Archipel, het openbaar primair onderwijs op Walcheren met scholen in Vlissingen, Middelburg en Veere. Archipel omvat 18 scholen, 2700 leerlingen, 350 personeelsleden en 15 directeuren. In het bestuurskantoor werken 11 mensen ondersteunend voor de gehele Archipelorganisatie aan de continuïteit, het financieel management, de personele zaken en de kwaliteitszorg. De schooldirecteuren zijn de onderwijskundige leiders en zijn voor hun locatie verantwoordelijk voor personeel, financiën en kwaliteitszorg. Meer informatie over Archipelscholen vind je op de website.
Wat maak je mee?
Nu innoveren betekent een enorme versnelling in digitaal onderwijs
De coronatijd is een zeer intensieve periode waarin we bijzonder hard werken aan de digitalisering van ons onderwijs. Onderwijskundig gaat het om de vraag hoe we de doorontwikkeling van ICT kunnen versnellen. Al voor de crisis geloofde ik erin dat ICT en onderwijs niet los kunnen en dat het geen middel maar doel is, want zonder ICT geen onderwijs. Onze ICT-werkgroep organiseert via webinars(Archipel tv) voorlichting aan groepen leerkrachten in de onderbouw: hoe kan je online lesgeven, welke didactische aanpak kies je? Daarnaast hebben we de laatste weken gezorgd voor 300 nieuwe devices, zodat de teller van 1300 nu op 1600 chromebooksstaat. Er kon zo op de korte termijn worden lesgegeven direct vanaf het moment dat de scholen moesten sluiten. Voor de lange termijn gaat het om echte onderwijskundige vernieuwing. Het kan niet waar zijn dat we onze lessen op eenzelfde manier blijven doen, door een stapeltje boeken mee te geven met huiswerkopdrachten als som 1 en taalles 5. Je ziet nu creativiteit ontstaan op onze scholen die ik vast zou willen houden, zoals leerkrachten die ludieke filmpjes opnemen voor hun leerlingen. Nu innoveren betekent een enorme ontwikkeling in ICT en digitale vaardigheden. Dé kans op een vernieuwend onderwijsconcept voor de langere termijn.
Het spreekt niet vanzelf dat je een chromebookthuis hebt
Binnen Archipel trof ik een enorme diversiteit aan van kinderen, variërend van een school met kinderen uit gezinnen met hoge opleiding en inkomen en een school in een buitenwijk van Middelburg en het centrum van Vlissingen met kinderen uit gezinnen waar het niet vanzelf spreekt dat je een chromebookthuis hebt. Naast de 17 openbare basisscholen hebben we een 18eschool en dat is een taalexpertisecentrum voor vluchtelingen verbonden aan het AZC. Gelukkig is het ons gelukt het taalexpertisecentrum voor vluchtelingen (AZC) fulltime open te stellen in de crisistijd, door het als speciaal onderwijs aangemerkt te krijgen. Dat vond ik belangrijk, want het gaat om schrijnende situaties waar kinderen in verblijven. De diversiteit bij Archipel is leuk: iedereen is welkom bij onze scholen, ongeacht afkomst en religie, we hanteren geen maatlat of selectiecriterium.
Wat valt je op?
Ik kies voor maximaal informeren van iedereen bij Archipel
In normale tijden versturen we elke week donderdag een nieuwsbrief voor al het personeel vanuit het bestuurskantoor, nu doe ik dat specifiek voor de directeuren digitaal elke avond, vijf tot zes dagen per week. Via een Googledocument van inmiddels 55 pagina’s informatie vul ik aan wat er te melden valt over wat gebeurt er in het land, wat dat betekent voor Archipel. Alles komt voorbij, zoals bevindingen van de ICT-werkgroep, aankondigingen van webinars, berichten over de noodopvang, adviezen van de PO-raad, heropenen van de roosters. Elke dag vul ik het document met zo’n vier paragrafen aan en het einde is nog niet in zicht. Ik heb daarmee gekozen voor het maximaal informeren van iedereen bij Archipel: de leerkrachten, schooldirecteuren, de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) en de Raad van Toezicht (RvT). Iedereen is op de hoogte van alle ontwikkelingen, van meet af aan meegenomen en weet wat ik aan het doen ben. Twee keer per week organiseer ik een hangoutin Google met alle schooldirecteuren voor de nodige besluitvorming en voor een rondje inbreng van iedereen. Ook met de RvT en GMR organiseer ik regelmatige updatesen meetingsover de maatregelen die we samen nemen voor alle Archipelscholen.
Varianten voor de wijze waarop scholen weer opengaan
In gesprek met schooldirecteuren gaat het mij er eerst om te waarderen wat er gebeurt én dan om te kijken naar wat de volgende stap is als we weer opengaan? Als je leidinggeeft, moet je verder kijken op de langere termijn. En de kern daarbij is de vraag hoe organiseren we ons onderwijs, dat is immers ons bestaansrecht? Uiteraard begrijp ik dat niet iedere school en leerkracht even vaardig is als het gaat om vernieuwen van zijn (digitale) onderwijs, dat is ook best lastig. Dus hebben we ervoor gekozen te redeneren in varianten waaruit de scholen kunnen kiezen als de deuren op 11 mei weer opengaan.
- Variant C is het hoogst haalbare niveau en wat mij betreft het meest ideale model als didactische structuur. Cohort A gaat op maandag naar school, cohort B volgt thuis online vialive streamingdezelfde instructies die in de klas gegeven worden en verwerken dat thuis. Op dinsdag is de wissel en is cohort B aanwezig in de klas en volgt cohort A de lessen thuis online, et cetera. Zo hoef je als leerkracht niet twee keer hetzelfde te vertellen, volgen de leerlingen dezelfde lessen in hetzelfde tempo, afwisselend in de klas en vanuit huis.
- Variant A is dat onlineopdrachten gepresenteerd worden voor de leerlingen in het cohort dat die dag vanuit huis werkt. Zo kan je als leerkrachten ook meer op papier zetten en uitdelen aan de kinderen die dat in de tas mee naar huis nemen. Dit is iets diffuser maar komt dichterbij hoe onderwijs op sommige scholen nog gegeven wordt.
- Variant B kan de school zelf beschrijven en invullen op wat je mogelijk acht gezien je ambitie als school en de vaardigheden van je leerkrachten.
Frappant is dat de meeste scholen in no timebleken te kiezen voor een structuur met de meeste kenmerken in varianten B en C, niemand wilde A meer. Mooi gevolg is dat ons onderwijs na deze periode van sluiting herstart met het uitgangspunt van blended learning.
We verwachten fysieke aanwezigheid of online inzet
Zodra de scholen opengaan, is de personele bezetting uiteraard een vraagstuk. We hebben een brief gestuurd aan alle medewerkers waarin we aangeven dat we niemand onder druk willen zetten om aan de slag te gaan. Het kan zijn dat mensen zelf of in hun gezin in de risicogroep zitten, mantelzorger zijn of in welke omstandigheden dan ook die werken spannend kunnen maken. We gaan dan in gesprek daarover en kijken samen hoe zij zich kunnen inzetten, dan niet in fysieke aanwezigheid op school maar in onlineonderwijs. We hebben de bedrijfsarts van de Arbo Unie gevraagd om voorlichting en raadgeving te bieden aan onze medewerkers met vragen over werken op school in deze omstandigheden. Ouders hebben we gezegd dat hun kinderen niet leerplichtig zijn in de zin van fysieke aanwezigheid op school, maar dat wij wel van hen verwachten online bij te blijven.
Wat puzzelt je?
Optelsom is dat iedereen voelt ik doe ertoe en lever mijn bijdrage
We zetten er samen de schouders onder, ik wil daarbij ruimte geven en het vrije denken stimuleren. Vanuit mijn rol en functie kijk ik naar de kracht van de directeuren en bespreken we samen wat we kunnen realiseren. Onze organisatie heeft het nú nodig om met goede kwaliteit te starten na de tijdelijke sluiting. Dan helpt het als iedereen mateloos in zijn kracht staat, daarbij gefaciliteerd en begrepen wordt. Mijn rol is dan na te gaan wat ik voor jou kan doen, zodat jij dat weer voor de ander kan doen, met als optelsom dat iedereen voelt ‘ik doe ertoe en lever mijn bijdrage’, ieder vanuit zijn eigen rol en taak. Om mijn waardering extra te onderstrepen heb ik voor de paasdagen alle 350 medewerkers een veelkleurig paasboeket met kaartje laten bezorgen. De diversiteit in Archipel betekent ook dat we over een diversiteit aan mensen beschikken, dat is mooi. Mensen kunnen samen veel realiseren, mits er vertrouwen is – dat vraagt dat je verantwoordelijkheid neemt en rekenschap aflegt.
Verreweg de meeste leerkrachten willen weer aan het werk
Daarin kan ik soms ook scherpe grenzen stellen, zoals laatst toen ik iemand hoorde zeggen dat hij het als leerkracht zo vervelend vond in deze onzekere tijd als proefkonijn gebruikt te worden. Mijn reactie was: ik snap je angst, maar ‘proefkonijn zijn’ is hier echt niet aan de orde. We zetten alle zeilen bij zodat we veilig onderwijs kunnen geven: een halve klas, anderhalve meter tot de kinderen en je collega’s, veiligheidsvoorschriften met de optie van handschoenen en mondkapjes. Je komt niet automatisch in aanraking met het virus, het zou kunnen en daar hebben we alle maatregelen voor op advies van het RIVM. Die kans geldt voor iedereen in Nederland, alleen voor het zorgpersoneel ligt dat wel anders, want die komen sowieso in aanraking met het coronavirus. Als onderwijsbestuurders moeten we ervoor zorgen dat we zoveel mogelijk doen om besmetting te voorkòmen. In de berichtgeving moet je oppassen dat het niet tendentieus wordt, zoals het AOB dat aangaf dat 1/3 van de leerkrachten niet wil werken. Dat klopt niet, verreweg de meeste leerkrachten willen weer aan het werk. Twaalf leerkrachten werken bij ons vanaf huis, vanwege risico’s voor henzelf of voor hun naasten en vier onderwijsondersteuners doen hetzelfde. De bedrijfsarts is voor consultatie voor hen bereikbaar.
Interessante discussies over schaarste van middelen en niet-testen
In een provinciale werkgroep met ziekenhuizen en GGD Zeeland kijken we samen naar wat er in coronatijd nodig is voor het onderwijzend personeel. Zoals de logistieke planning van coronatesten, waarvoor we het aantal personeelsleden en hulpkrachten in onderwijs en kinderopvang inventariseerden op 5.000 mensen. En de drive throughdie we bij het ADRZ Ziekenhuis in Goes opzetten en de speciale tent voor sneltesten bij het Zorgzaam ziekenhuis in Terneuzen, want we hebben immers beloofd dat als je klachten hebt, je snel kan testen. We voeren interessante discussies over schaarste van middelen en niet-testen, hoe ga je ermee om, hoe kan je leren van wat hierin eerder niet goed ging met personeel in de verpleeghuizen. En over welke maatregelen er verder nodig zijn, of als er mensen besmet raken, wat doen we dan?
Hoe duid je wat je juist nu ziet gebeuren in jouw organisatie?
Een mix vinden van confronteren en normaliseren
Crisismanagement gaat ook om het managen van emoties. Ik ben graag frank en vrij in contact en vind dat je ook mag lachen in moeilijke omstandigheden. Met behoud van de relatie ga ik discussies niet uit de weg. Waar ik voor sta is hoogwaardig onderwijs geven en daarvoor de competenties en talenten inzetten die we hebben als Archipel. Mijn ervaring is dat het soms nodig is om te confronteren, want als je dat niet doet, ontstaat er een minder effectieve organisatie. Soms is het nodig om beweging te krijgen. Ik probeer een mix te vinden van confronteren en normaliseren met de benen op tafel. Gebrek aan helderheid is me niet verweten. Ik vind het van groot belang dat mensen om mij heen durven zeggen als zij het met mij oneens zijn, zich uitspreken, want ieders mening doet ertoe. En ja, ik beslis.
Normaal gesproken ben ik erg van het overleggen, zowel bilateraal als in groepen, maar nu in deze coronaperiode kies ik vaker zelf ‘zo gaan we het doen’. Dat is mogelijk niet naar ieders tevredenheid, het biedt in ieder geval duidelijkheid. Door de beslissingen wel goed uit te leggen met alle gemaakte afwegingen daarbij krijg ik wel draagvlak. Het gaat erom goed in contact te zijn en plezier te maken met elkaar, met de nodige humor. De kern is toch dat we samen de goede dingen willen doen in het openbaar onderwijs op Walcheren.
Gewoonlijk informeren we de ouders vanuit het bestuurskantoor via de schooldirecteuren, maar de afgelopen periode koos ik ervoor rechtstreeks brieven te sturen vanuit het college van bestuur. De eerste ging over de situatie van Archipel in deze periode van corona. De tweede was de donderdag direct na de aankondiging van maatregelen door Rutte op dinsdag. Zo ontving elke ouder generieke informatie over wat we als Archipel in grote lijnen zouden doen en hoe zij konden nagaan wat de meer specifieke lijnen op de eigen school zouden zijn. De derde brief is 4 mei verspreid in het Nederlands, Engels en Arabisch met informatie over kaders en beslispunten van Archipel op advies van de PO-raad. Namelijk: kinderen gaan de hele dag naar school, van 8:30-14:00 uur, zij eten op school, volgen elke dag les, om-en-om thuis en online, de ene week 3 dagen en de andere week 2 dagen. We plannen een studiedag voor Pinksteren om de voorbereiding voor de lessen in juni te kunnen doen.
Leerlingen zijn tot veel meer in staat als je uitgaat van wat ze zelf laten zien
De huidige berichtgeving over onderwijsachterstanden door corona is een misvatting wat mij betreft. Er wordt bij ons niet getoetst tot zeker 1 juni, we gaan op deze manier niet de achterstanden in beeld brengen. We ontmoeten de kinderen, kijken waar ze zijn, hoe het met ze gaat en we gaan verder van het punt waar ze blijken te staan. Door er vooraf al vanuit te gaan dat er achterstanden zijn, kijk je niet meer naar de kinderen zelf. Ga uit van een nieuwe beginsituatie en kijk! Ik geloof erin dat leerlingen tot veel meer in staat zijn als je positief uitgaat van wat ze zelf laten zien dat ze kunnen. Dat betekent dus geen onderwijsconcept van rode strepen, toetsen en correctie, want daarbij kijk je niet naar wat er is maar alleen naar wat in jouw ogen ontbreekt. Bovendien is een ontwikkelingslijn nooit voorspelbaar en lineair, eerder schoksgewijs. De ontwikkelingslijn van ‘de cohorten corona’ zou in deze tijd zeker positief kunnen uitpakken. Leerlingen krijgen aandacht in wat voor vorm dan ook. En ook nu geldt: “Aandacht maakt alles mooier”.